Bonjour La France

Blauwe hemel en de geur van koffie en verse croissants. De boot wiegt zachtjes heen en weer in de  vloedstroom die de haven binnenkomt. “Ja, dit begint er op te lijken!” Gisteren zijn we gearriveerd in Dieppe, een echt Frans kuststadje midden in Normandië. Dat ademt hier Alloo Alloo…

We zijn nu een week op pad. En het is al een best bewogen week geweest maar bovenal een goede week! De zeiletappes waren stuk voor stuk lekker varen. Van beiden volledig ingepakt in zeilpak een aandewindse koers in 22 kopen ware wind door het smalste stukje van het kanaal hakken tot ruime windje koersen met de genaker (spinaker voor de vrienden van Inge 😉 surfend de golven af. Ja, qua zeilen hebben we alvast mooie dagen gehad. Dat het uit alle hoeken waait buiten uit het zuidwesten maakt het helemaal een zeilersdroomscenario in het kanaal. 

Na de ellende in Oostende lijkt ook het luchtprobleem in de dieselleidingen van de baan. Al sinds het voorjaar heeft ons ijzeren zeil soms moeite met luchtbellen in de dieselleiding. Zonder dat de motor uitvalt gaat ze bij langere stukken motoren regelmatig terug in toeren. Zuchtend trek ik in Oostende nog maar eens het motorluik open, “Per twee weken reizen, een halve dag onderhoud” , schiet er ondertussen door mijn hoofd. Dat was de afspraak die ik voor vertrek met mijzelf maakte maar die verhouding staat nu al op de helling. In een zoveelste zoektocht naar het probleem loop ik alle koppelingen van het dieselleidingsysteem na. Bij het opnieuw ontluchten valt me op dat ik de ontluchtingsschroef niet strak te zetten is, “AHA, HEBBES”. De schroefdraad van de ontluchtingsnippel heeft het na 25 jaar dienst opgegeven. Enkele telefoontjes later kan ik de ochtend erna in Blankenberge een nieuw fijnfilterhuis ophalen (en afrekenen!) en na een uurtje sleutelen start en pruttelt ons ijzeren zeil als vanouds. Sindsdien geen problemen meer, “touching wood”.

“Donderdag vlagen tot zeven Beaufort” waarschuwt de havenmeester terwijl ik het havengeld voldoe. volslagen ontwetend dat de dieselluchtbellen en het wachten op onderdelen ons 24u vertraging zullen opleveren denk ik bij mijzelf: “gelukkig kunnen we morgen (woensdag) al door naar Duinkerken, dan zijn we in ieder geval in Frankrijk”. 

“Laten we toch even op het strand gaan kijken hoe het buitengaats is?” Zeg ik tegen Inge. Onze beide neuzen jeuken nog van de PCR test als we woensdag uit de bus terug van het testcentrum stappen. Mijn neus wilt nu duidelijkheid over hoe het op zee is. De windmeter zit vandaag al heel de dag boven 20 knopen en er is morgen nog meer wind voorspeld, bovendien is de kustlijn lage wal. De windvoorspelling houd me al heel de dag bezig. “Gaan we morgen of liggen we nog een dag in Oostende verwaaid?”. Wandelend op de havenpier zien we een 3-tal boten onder zeil op zee en vinden zowel Inge als ik de zeegang en golfhoogte meevallen. Ik maak ’s avonds de tochtplanning klaar voor Duinkerken en we zetten onze wekker om 7u. Morgenvroeg neemt de windmeter de beslissing. 

Ingepakt in onze zeilpakken zitten we allebei met een grote grijns in de kuip. Nieuwpoort, onze uitwijkhaven mocht het allemaal toch wat heftig zijn op zee, ligt al in ons kielzog en we stuiven halve wind richting Duinkerken. Het is koud, grijs en het waait ruim 25 knopen maar we denderen lekker door. Älskling II is in haar nopjes onder zeil na al dat motoren van de laatste dagen. “We hadden last van een gezonde spanning en twijfel bij het zien van het weerbericht gisteren” zegt Inge, “klopt helemaal” antwoord ik, “eigenlijk hebben we al vaak in dit weer gezeild hè, we weten dat we dat prima aankunnen”, ”Die spanning houdt ons scherp en bij de les” merkt Inge nog op.

Op 14 juli verwacht je vuurwerk in Frankrijk, Dat loopt in Duinkerken, op wat knallen hier en daar na, op een sisser af. Overdag al zien we weinig volk op straat. Een verdwaald café is open maar eigenlijk lijkt Duinkerken wel een spookstad op de nationale feestdag. Covid houdt de mensen hier duidelijk thuis en binnen. We wandelen een rondje door de stad, testen de elektrische step uit met z’n tweeën maar gaan ook vroeg te bed. Zeilen in harde wind is vermoeiend en morgen staat opnieuw een straffe dag door het smalste stukje kanaal op de planning. 

De laatste mijlen zakt de wind in. Vanochtend stond er nog een stevige bries uit het Noordwesten maar na het ronden van Cap Gris-Nez  (een spectaculair stukje water met flinke stroming en bijhorende golfslag) en het ruimer sturen richting Boulogne-Sur-Mer loopt de wind op z’n laatste benen. Net voor het weer flink tegen begint te stromen door de vloedstroom lopen we de haven binnen. Die ligt in de kom waar vroeger de Ferries vertrokken. Op de kade staat de openluchtterminal er nog, helaas een beetje in triestige staat, onbereikbaar voor de mens door het hekwerk (Jammer Inge, geen foto’s van deze architectuur…) en dus helemaal ingepalmd door de meeuwen. Een waar vogelpoepparadijs. 

“De oude bovenstad is interessant, er is daar een crypte die we kunnen bezoeken” Verteld inge als we bekijken wat we kunnen doen in Boulogne. “Er is ook een wandelroute langs verschillendende muurschilderingen. Onderdeel van het jaarlijkse Street Art festival.” Jaarlijks worden er tijdens het festival bekende street art artiesten uitgenodigd om nieuwe muurschilderingen op lege grijze muren te zetten. Boulogne wordt zo ieder jaar een beetje meer aangekleed. Onze zeilvrije dag slenteren we door de oude omwalde bovenstad en ontdekken we de crypte onder de Basiliek. Op de terugweg naar de boot zigzaggen we door de straten van de rest van de stad om de verschillende Street art werken te ontdekken.