West richting Brest

“Pff wat een drukte”, we staan midden in Parijs, net aangekomen met de intercity uit Cherbourg op station  Saint Lazare op een vrijdag om 18h en staan een beetje verdwaasd om ons heen te kijken op zoek naar de metro. Die moet ons naar de Thalys in Gare du Nord brengen voor onze aansluiting richting Brussel. De grote mensenmassa doet wat vreemd aan, zoveel mensen bij elkaar… Na wat ronzdoeken: “ station Fermé, die rijdt niet dit weekend, dat wordt zoeken naar een bus”  zuchtend lopen we het metrostation weer uit de straten van Parijs in. 

Het is onze tweede vaccinatie die ons tot het blitzbezoek richting België noopt. Bij het uitvaren van de poort in Antwerpen 3 weken geleden hebben zowel Inge als ik slechts één prik in de bovenarm gehad. Cherbourg blijkt een goede plek om heen en weer te reizen en de boot veilig achter te laten. In de week voor we afreizen staan er een aantal klussen op de to do lijst en wandelen we een halve dag door Cherbourg. Daarmee hebben we de stad ook wel gezien. Het grote maritiem museum mogen we niet in omdat onze “pass sanitaire” verlopen is en we in opnieuw testen (met bijhorende factuur) geen zin hebben. We werpen dan maar van buitenaf een blik op La Redoutable, de grootste nucleaire sub van Frankrijk. 128 meter lang, in dienst van 1971 tot 1991. Met maar liefst 16 kernkoppen aan boord was het de lead boat van de Franse marine.

48u duurt ons bezoek aan België, met elk een vaccin shot rijker stappen we in de auto bij Anne en Robbe. We hebben met hen afgesproken om terug richting Cherbourg te rijden en samen 2 weken te zeilen in noord Brittanië richting Brest. Daar stappen Robbe en Anne dan weer op de trein richting hun auto in Cherbourg en zullen Inge en ik onze oversteek van de golf van Biskaje starten. 

“9 mijl pal tegen de wind en stroom in!”, Vertel ik de drie anderen. Het is de afstand van de eerstvolgende beschutte haven vanaf de baai waar we al 24u heftig liggen te rollen aan een mooring. “2u opkruisen, best met de motor erbij om hoogte te houden tegen de stroom en ik verwacht een flinke golfslag, 2-3 meter.” Toch sputteren de anderen niet tegen op mijn voorstel en willen ze graag zo snel mogelijk verplaatsen naar Perros Guirrec. De baai van Port Blanc blijkt te slecht beschut tegen de flinke deining die de west 6 Beaufort de afgelopen nacht heeft veroorzaakt. Niemand heeft echt goed geslapen en bij het ontbijt kunnen we de koffiekoppen niet loslaten of ze schuiven de tafel af. 

Eerst de dinghy aan boord! Met de flinke wind blijkt dat een uitdaging maar met wat slimme lijntjes en wat brute kracht ligt hij toch vrij snel weer op z’n plek op het voordek. Met een dipje in de wind rond 15u gooien we los van de mooring. Het blijkt inderdaad een wilde rit buiten, gereefd en in de 2e slag de motor bij kunnen we genoeg hoogte houden en zeilen we wild een rustige nachtrust tegemoet.  als we onderweg nog enkele regenspetters overkrijgen blijkt ook dat te verdragen met de goede vooruitzichten van de haven.  Perros Guirrec is een chique badplaatsje voor de Fransen, dat is te zien aan de huizen op de rotsen en de bijhorende exorbitante prijzen. Het vastgoed blijkt ook erg volatiel want we kijken meer naar etalages van vastgoedmakelaars dan dat we café’s tellen tijdens de wandeling die we door het stadje maken.  We kruipen vroeg onder de wol maar worden er snel weer uitgeknald door een spectaculaire vuurwerkshow afgeschoten vanaf de kademuur van de haven. We hebben dus echt front row seats. We hebben de show maar bestempeld als onderdeel om ons in de haven te verwelkomen bij gebrek aan een andere reden voor een vuurwerkshow.

De hele week houd depressie na depressie de wind, én pal uit het westen, én in de 5 Beaufort. De etappes richting Roscoff en L’aber Wrach, telkens stukken van 30 to 40 mijl, zeilen we hoog aan de wind in flinke zeegang. We timen dat we het tij 6u meehebben en duiken dan een haven in. Tegen het tij willen opkruisen is niet te doen hier, daarvoor stroomt het veel te hard. 

“Het was even slikken bij de kassa maar met dat de zon nu eindelijk schijnt…”, Anne en Inge toveren een grote fles Aperol uit de boodschappentas. De lokale spar in Landidut heeft weer goed verdient maar het kan ons niet echt deren, we genieten van onze Aperolers in de zon. Na 9 koude (en af en toe natte) dagen voelt dit weer een beetje als vakantie.  

“Kijk kijk kijk, kei dicht bij…” Iedereen kent Inge’s enthousiasme ondertussen op het Instagram filmpje. 🙂  Onze 2e ontmoeting met Dolfijnen, dit keer echt dichtbij en onder de boot net als we de rotsen bij de haveningang van Landidut voorbijvaren en de zeilen willen hijsen. ’T is de tweede keer dat we dolfijnen zien maar de eerste keer was toch meer in de verte ipv. onder en naast de boot. Het zal ook niet de laatste keer zijn dat we deze fantastische dieren mogen begroeten. 

Ruim na zeven uur is het als we de kofferbak van de taxi over laden in een bagagekarretje van de haven. Het bleek een avontuur op zich om bij een hypermarkt Carrefour te geraken in Brest. Een betoging van Coronadwarsliggers hield het tramverkeer staande waardoor wij flink wat extra moesten wandelen en opzoek moesten naar een bus die ons uiteindelijk op onze bestemming kon afleveren. Met 2 winkelkarren vol met de buit van onze strooptocht leek een taxi terug richting de boot ons toch het meest praktische. “We gaan niet verhongeren op Biskaje” lacht Inge eens we eindelijk alle gekochte spullen weggestouwd hebben. We trekken allebei een koude pint open, schuiven 2 pizza’s in de oven en ploffen uitgeteld, in de laatste zonnestralen, neer op dek.  

De Strooptocht om te foerageren was niet de enige onderneming dat weekend. Zodra Robbe en Anne zaterdagochtend vroeg van boord zijn gestapt om terug naar Cherbourg richting auto te sporen stortten Inge en ik ons op de lijst “things to do for Biskay”, kleren wassen, boot schoonmaken, kussens drogen, zout afspoelen, staand en lopend want controleren, lekkage verhelpen aan de voorste watertank, keerringen waterpomp vernieuwen, tochtplanning maken, veiligheidsmateriaal nakijken, MOB’s testen,… gestaag strepen we eerst de “need to do’s” en daarna gelukkig ook een aantal “want to do’s” van onze immer groeiende onderhoudslijst. 

Op zondagmiddag gooien we los in marina Du Chateau in Brest, tanken we de dieseltank weer helemaal vol en schuiven we 8 mijl naar het zuidwesten richting Camaret. Daar ligt een ware armada aan andere vertrekkers-boten uit NL, DE, UK, DE, BE, … Vanaf morgen is er immers het eerste echte “weather window” in drie weken tijd om de Biskaje zeilend met gunstige wind te kunnen oversteken.  De vloot stropt hier dus al een tijdje op. De haven blijkt inderdaad goed vol te liggen dus meren we dubbel af naast een Nederlandse vertrekkersboot. Een kort kennismakingsbabbeltje verraad dat de spanning en de zenuwachtigheid die wij voelen door hen , en velen anderen hier, gedeeld wordt. Morgen is het zover, dan varen we in 4 dagen naar Spanje!