Waar is de wind?!

Op de achtergrond bromt de motor terwijl Älskling II door een spiegel snijd met 5 knopen. De zee is plat, rimpelloos, ontdaan van iedere golf… We ontbreken al 17 dagen iedere vorm van wind, twijfel slaat toe of we het nog wel zouden kunnen, dat zeilen, als er wel wind was. De motorurenteller tikt gestaag omhoog, de 0 op de dieseltankmeter nadert met rasse schreden. 

Ondanks de transformatie tot motorboot (ooh help…) is het hier mooi. Zou er wind staan, man wat een fantastisch zeilgebied zou het dan zijn.  Alles wat we hebben gelezen over dit gebied klopt! (Behalve de wind! Die waarschuwingen voor harde wind en hoge golven? Totaal afwezig…) 

Nu Biskaje achter ons ligt gaat ons leeftempo naar beneden. We hoppen langzaam via de ria’s naar het zuiden en komen regelmatig dezelfde vertrekkers tegen in de baaitjes en stadjes. Zodra we A Coruña verlaten varen we met een hoop andere boten richting Camariñas. Onderweg wordt de hele vloot opgeslorpt door een grote mistbank maar met de hulp van de radar en goed luisteren vinden we onze weg naar de ruime ankerbaai. Het levert daarnaast ook ontzettend mooie plaatjes op. 

“Wat een magisch beeld” Langzaam varen we met de dinghy door de mist over een zandbank richting een strandje. Aan de ene kant dendert de mist de baai in, aan de andere kant schijnt de zon. De houtvoorraad is eerder beperkt maar verder voldoet het strandje voor de bijeenkomst van vanavond. Micheal en Leontien komen ook nog even op prospectie en knikkend instemmend. “Dit is ideaal, oké, straks om Vijf uur?”, “Perfect bieruur” is ons antwoord.  1,2,3,4,… uiteindelijk wel 10 rubberbootjes naast elkaar op het strandje. Alle cruisers in de baai zijn op de uitnodiging ingegaan voor het strandfeestje. Het wordt een gezellige internationale boel, iedereen enthousiast vertellend wat hun plannen zijn voor de komende tijd.

“DOLFIJN!!” Naast onze dinghy duikt een grote grijze dolfijn op. Het blijkt een bekende hier in de baai van Muros en is totaal niet schuw. Uren zwemt Manholiño tussen de geankerde boten, speelt hij met ankerkettingen en rubberboten. We zien ‘m op z’n minst dagelijks even passeren om tegen onze dinghy aan te scharten en schuren zolang we in de baai voor anker liggen.  

Muros is een echt pittoresk slaperig Spaans dorpje midden in Galicië, en de plek waar ik 34 jaar oud wordt, dat vieren we ’s avonds met tapas en lokale wijn. Muros is geen grote toeristische bestemming en dat maakt dat wij van een overvolle tafel aan tapas kunnen eten voor slechts een paar euro.  

Een beetje jaloers zwaaien de andere cruisers naar ons telkens als we voorbij zoeven in onze dinghy. Na de natte avonturen van vorig jaar in onze toen te klein gekochte rubberbootje zijn we héél blij met onze nieuwe snelle en stabiele “avonturen machine”. Met de wind in de haren en stuiterend over de golven scheuren we naar een eilandje aan de andere kant van Ria De Arosa. We zijn er daarnet met Älskling II al langsgekomen op weg naar onze ankerplek en zagen een mooie grote rotspartij met vuurtoren erbovenop. Die willen we natuurlijk graag van dichterbij bekijken. En daar is ons bijbootje nu ideaal voor, op nog geen 10 minuten zijn we de ria (droog!) overgestoken en klimmen we de rotspartij op. Onze dinghy leent zich echt om ook even wat verder weg “te gaan kijken”. We varen met ons tweeën makkelijk 22 knopen (40km/h!), kunnen ook een berg boodschappen of materiaal vervoeren en ook met wat golfslag blijven we aardig droog. Dat was met onze vorig bootje wel anders. Naast geduld had je ook een extra set droge kleren nodig om de bestemming te bereiken. 

“Toch maar weer even met Pieter bellen”; Ons ijzeren zeil blijft toch af en toe sputteren en dat willen we nu echt in orde hebben. Na een half uur bellen en door de verschillende mogelijkheden lopen concluderen we dat het het beste is om de hulp van een Volvo Penta service center in te roepen om aantal dingen te laten controleren dat ik niet zelf kan met het gereedschap dat ik aan boord heb.  Ons dieseltje start altijd zonder problemen maar ze wilt niet boven 2500 toeren. Dat is in normale omstandigheden meer dan genoeg maar toch wil je, wanneer het een keer nodig hebt toch het volle vermogen van de motor beschikbaar hebben. 

We wijken in de loop van de week uit naar Vigo, dit is de grootste stad van Galicië, waar een Volvo Penta service center zit. Over de telefoon maak ik onderweg daarnaartoe in mijn beste Spaans een afspraak. Op dinsdagochtend stipt 8u staat de monteur op de steiger. De beste man spreekt geen woord Engels en het heeft wat voeten in de aarde om in het Spaans uitgelegd te krijgen hoe de vork in de steel zit. Het motorluik gaat open, de motor wordt binnenstebuiten gekeerd en we varen een testrondje net buiten de haven. 

☠︎☠︎⚡︎␦#!@%Gvd, een druktest op de testbank wijst het groffilter aan. Het blijkt NOG STEEDS een luchtbellenprobleem te zijn. Het groffilterhuis (potverdikke nieuw gekocht en geïnstalleerd afgelopen winter!) blijkt binnen in de behuizing een slechte pakking te hebben. Geen diesel naar buiten, wel lucht naar binnen vanaf 2500 toeren. De monteur repareert het filterhuis en na installatie aan boord zijn de problemen van de baan. Bij het afrekenen moet ik even slikken, 5 werkuren en een papieren pakking: 414 euro alstublieft. Volvo Penta motoren blijken van goud gemaakt… 

Vloekend krijg ik het wasmiddel langs mijn hoofd de kuip in geslingerd, “4 keer heen en weer gelopen en nog steeds geen schone droge was”. Inge is de wanhoop nabij als blijkt dat de wasser en droger in de haven maar half z’n gat functioneren. Verder regent het, is de dichtstbijzijnde supermarkt 30 minuten lopen en doet ook het internet in de haven het niet. Nee, de Vigo Vibe, we voelen hem niet en willen zo snel mogelijk weg naar ankerbaaitjes, strand en idyllische dorpjes en/of natuur op de achtergrond.  Er staat zowaar een lekker briesje als we de haven uitsturen en de hele tocht richting Baiona doen we op het zeil. 

Vanuit Baiona varen we in het weekend naar Islas Cies, een eilandengroep voor de ria de Vigo. Dit nationaal park is een wondershoon natuurgebied. Je vind er bovendien de grootste hagedissen van Europa. We wandelen helemaal naar de vuurtoren op de top van het eiland en proberen ons snorkelmateriaal uit. ’S avonds is het sundowner tijd op het strand met Alex en Emma van de Barth en sluiten ook enkele Finse kerels aan.  “Ola”, “Sabes a que hora es el ultimo ferry a Vigo?” Ons strandgezelschap kijkt niet begrijpend naar de strandstruikrover die ons aanspreekt. “De beste man vraagt ons of we weten hoe laat de laatste ferry terug naar Vigo is” vertaal ik voor iedereen. Een kleine lach kunnen we niet onderdrukken het is ondertussen ruim na negen uur ’s avonds en we hebben al enkele uren geen dagtoeristen meer gezien, en ook de eindeloze stroom aan ferry bootjes van en naar Vigo is al even opgedroogd. “Estamos todos de los barcos veleros aqui, pienso no hay mas de ferries hoy”. “We zijn allen van de zeilboten hier, ik geloof niet dat er vandaag nog een ferry naar Vigo is”. De arme man druipt af en we vrezen dat het voor hem een nacht onder de sterren wordt.