Van slag door onze zijstag!
“Ho droge lucht, helder blauw water & witte stranden”, mijmer ik terwijl ik de kitrandjes in mijn keuken nogmaals een grondige schrobbeurt geef. Het vochtige klimaat van de jungle zorgt dat de kombuis in een record tempo veranderd in een schimmelfestijn. Plakkend en nat in het zweet roep ik Hugo toe dat ik wel klaar ben om te gaan. Het wordt tijd om andere oorden op te zoeken! Zo gezegd, zo gedaan. We maken het plan op om samen met de Pantera (onze buren in Waterland) richting Grenada te varen. Hier en daar lees je verhalen van piraterij rondom de Venezolaanse kust en dan is een buddy Boat wel zo een veilig gevoel. Hugo stippelt een route uit die ons ver uit de kust voorbij de gevarenzone leidt. Als alles meezit zouden we over vijf dagen ons anker kunnen uitgooien bij het eerste eiland van de Caraïben.
“Nou nog een goede reis, het was fijn jullie te ontmoeten” roept Hans ons toe nadat hij onze trossen heeft losgegooid. Met z’n tweeën varen we de bruine rivier af richting open zee. Bij het naderen van de monding gooien we de zeilen open en zijn we eindelijk verlost van het irritante gebrom van de motor. Het is even wennen om na vier weken stilliggen weer echt te zeilen. Hugo stuurt de boot de juiste richting uit en ik krijg instructies om de fok nog wat strakker te zetten. KABLAM… de schoot vliegt de lucht in en een regen van kogellagertjes spettert rondom mijn gezicht heen. Verdwaast sta ik naar Hugo te gapen om te begrijpen wat er net gebeurd is. De fok wappert erop los en we zien dat de genuakar ergens bovenaan de schoot bengelt. Gho wat een ellende! We kruipen het dek op om de kar te verwijderen en maken een geïmproviseerd leioog*. We zijn nog maar net aan de start van onze oversteek en hebben nu al miserie. Hopelijk is dit het enige tegenvallertje dat we gaan hebben roep ik Hugo toe, maar die zit al in zijn eigen wereld op zoek naar een oplossing voor ons probleem. onze boot niet meer van de jongste en zulke “oudere” onderdelen zijn helaas niet altijd overal direct beschikbaar.
De zon verdwijnt net onder de horizon wanneer we gekraak door de radio horen. “Pantera voor Älskling, wij rollen onze zeilen wat verder in voor de nacht, de kans is klein dat we jullie nog kunnen bijhouden, goeienacht! Over”. “Älskling voor Pantera, Oké, wij reven ook wat zeil, zo wordt de afstand tussen ons niet te groot, goeienacht! Over. “
We reven zowel het grootzeil als de fok en merken dat dit nauwelijks effect heeft op onze snelheid. De boot dendert nog steeds met 7 knopen door de golven heen. Wow, als we deze snelheid kunnen aanhouden zullen we er wel héél vlot zijn hoor ik een euforisch stemmetje in men hoofd zeggen. We nemen nogmaals contact op met onze buddy boat en delen hun mee dat wij helaas niet afremmen des ondanks onze reefactie. Het ziet er naar uit dat wij toch (voor één keer) de snellere boot zijn en dat de afstand hard zal toenemen. Maar we houden nog steeds radiocontact moest er één of andere piraat ons of de Pantera willen enteren.
De hele trip heeft de wind flink zijn best gedaan om het tempo er stevig in te houden. We scheuren met een gemiddelde snelheid van 6,2 knopen tussen de eilanden van Trinidad & Tobago door richting Grenada. Tijdens onze nachtelijke shiften kunnen we het vergeten om onze ogen even te sluiten. Vissersboten, boorplatformen, containerschepen, … Het lijkt precies dat dit kleine stukje zee ’s nachts the place to be is! We laveren ons er tussen door en komen zo in rustiger “piraat-gebied” terecht. Fieuw, we hebben onze machete niet boven moeten halen om onze boot te vrijwaren van dat gespuis.
De vierde nacht komen we om 2u toe in de baai van St George bij Grenada. ’s Nachts arriveren in een onbekende locatie is niet ideaal maar bij puur toeval vaart Hugo recht op een mooring boei af. Ik bevestig onze boot hier aan vast en gooi men reddingvest uit, tijd om nog even ons bed in te kruipen en wat bij te slapen alvorens de zon de kajuit omtovert tot een ware zweethut. ’s Ochtends zien we dat we de eerste boei van velen hebben opgepikt en nog best ver van het land liggen. We schuiven de boot na het inklaren bij customs & immigration dan ook op naar een plekje wat dichter bij het strand.
Bij mijn eerdere research over Grenada kwamen er niet zo verschrikkelijk veel To do’s naar voren. De komende maand zullen we voornamelijk aan het strand liggen en in het water doorbrengen. Toch besloten we om in te gaan op het voorstel van Mullie & Nobilé (boot Pantera) om met de wagen een rondrit op het eiland te doen. Het is nog vroeg op het jaar, Grenada is nog maar net open na een lange lockdown, en de meeste toeristen zitten nog in hun koude thuisland. Zo is het lekker rustig op alle bezienswaardigheden. Yes, geen idiote toerist die steeds voor men lens komt paraderen. Ook het onderwatermuseum (beelden in het water) hebben we min of meer voor ons alleen. Dit maal geen idiote zwemmer voor de lens, maar met schaamte moet ik toegeven dat ik het zelf heb verprutst. Ik waande me een echte regisseur onder water, ik gaf Hugo telkens instructies hoe en waar hij langs de beelden heen moest zwemmen. Ik kon niet snel genoeg weer aan boord zijn om mijn creatie op scherm te zien. Ik scrol door al mijn shots en kom tot de conclusie dat alle beelden maar een halve kadrage hebben. Hoooo echt K*T! Ach ja… dan zullen we ooit nog eens moeten terugkeren troost Hugo me.
Hugo monteert de gerepareerde genuakar met onderdelen die we bij toeval in een tweedehandszaak gevonden hebben en de boot is weer klaar om verder te zeilen richting het andere eiland van Grenada, genaamd Carriacou. We hoppen van de ene baai naar de andere, relaxen en genieten volop van het strandleven. We vullen onze dagen met snorkelen, lezen en Hugo zorgt elke avond voor een homemade rumpunch sundowner. Jep, het leven kan slechter.
Plots wordt onze paradijselijk leven overschaduwt door een lichtgrijze donderwolk wanneer we ontdekken dat één van onze lagere zijwanden* een gebroken streng heeft. Dit zou niet mogen, de verstaging is nog maar drie jaar oud! Maar ja, verder varen met een (deels) gebroken stag is nu ook niet wat je echt veilig kan noemen. We zoeken naar een rigger die ons uit de nood kan helpen en in no time hebben we er ééntje gevonden. We moeten zelfs niet terug naar het hoofdeiland. Het kapotte onderdeel sturen we met de ferry op en binnen 24uur komt er weer een nieuwe onze richting uit, wordt er ons aan de telefoon beloofd. Super, dan hoeven we hier niet veel langer te blijven. Na twee weken hadden we het gevoel alles gezien te hebben rondom het eiland en waren we klaar om richting Saint Vincent & The Grenadines te zeilen. Die lichtgrijze donderwolk word al gauw een zwarte wolk, de beloofde 24 uur wordt een week wachten op onderdelen, meldt de vrouw van de riggingshop om vrijdag 16u over de telefoon. “Nooo, nog een week langer in deze baai, dat kan ik niet meer aan!” We bespreken alle mogelijkheden, en beslissen dat we eigenlijk niet veel keuze hebben en ons er gewoon bij neer moeten te leggen. We vullen de week met uitgestelde klusjes en ik krijg een cursus in geduld. Uit de donkere wolk komen halverwege de week bliksemflitsen en grote regendruppels. Jep alle hel breekt los, want we krijgen doodleuk te horen dat het nog een week langer zal duren voor ze ons verder kunnen helpen. Nu verlies niet alleen ik mijn geduld maar Hugo zijn mooi gebruinde huid wordt wit van woede en hij kruipt meteen weer achter Google en de telefoon. Via via vinden we een mobiele rigger die ons, na telefonisch contact én controle van zijn voorraad bevestigd dat hij ons kan verder helpen. Whoehoew! We moeten wel 30 mijl terugvaren naar Grenada maar ja… We doen wat we moeten doen en keren terug om de dag nadien toe te komen in de haven Port Louis op Grenada.
Eerlijk gezegd vind ik het echt niet zo erg om weer in een deftige haven te liggen. Na 6 maand kan ik eindelijk nog eens genieten van een goede douche met lekker warm water! Terwijl de rigger alles komt opmeten werk ik me helemaal in het zweet; de vuile was wordt gedaan en alle hoekjes en kantjes van de boot krijgen weer de nodige zoetwaterbehandeling. ’s Avonds worden we uitgenodigd bij Hans & Anette (Zeiljacht Janjorem) voor een gezellige babbel en een heerlijke kom soep.
Zodra de nieuwe stag aan onze mast wordt bevestigd geniet ik nog van een allerlaatste douche. Zalig, helemaal fris voor het vervolg van onze Caraïbische tocht.
* Een genuakar is een kar die op de zijkant van de boot rolt, hiermee kan je het leioog (simpel gezegd een katrol op de kar) en daarmee de stand van de fok/genua nauwkeuriger gaan bepalen.
*Zijwand of zijstag: Hiermee wordt de mast rechtgehouden en blijft die mooi op zijn plaats staan.