A whole lot of water!

We liggen uitgezakt in de kuip met de zon op onze smoel. Alle knaldrang is inmiddels uit Hugo’s lijf, de tijd dat hij hiervan met slechts een nachtje goede slaap helemaal herstelt ligt al vrij ver achter hem. Maar we hebben alle tijd. De komende 10 dagen is het weer niet gunstig genoeg om van start te gaan met de oversteek terug naar Europa. 

De baai, aan de Nederlandse kant van het eiland, is maar een treurige plek. Veel schepen hebben reeds eerder in de maand geprofiteerd van een goed weather window om zich over de oceaan te wagen. We liggen quasi alleen achter ons anker en kiezen ervoor om de boot nog een laatste maal te verplaatsen naar het Franse deel. Daar liggen enkele vrienden van ons en hopen om zo nog een paar gezellige dagen samen door te brengen. Al kunnen we spijtig genoeg niet heel de tijd luieren, we moeten toch nog wat voorbereidingen treffen alvorens we klaar zijn om helemaal in topvorm te zijn voor de oversteek. 

Terwijl Hugo ons Iridum Go abonnement vernieuwt (we willen ten slotte ten alle tijden kunnen communiceren via satelliet) maak ik een inventaris van al het blikkenvoer dat we reeds aan boord hebben zodat ik een weekmenu kan opstellen, dat we dan de drie weken van de oversteek herhalen. Dit maal hoeven we niet half het eiland af te lopen op zoek naar kwalitatieve voeding, we hebben al een groot deel van de blikken ingeslagen op Martinique. Dit bespaart ons super veel tijd en moeite. We hoeven slechts één grote winkelrun te doen… én het aller belangrijkste!… ow ja, het wordt ook nog eens tot vlak aan onze boot geleverd. Halleluja, wat kan het leven soms toch gemakkelijk zijn. Nu rest er ons enkel de zakken aan boord te sjouwen en de emmer met chloorwater te vullen om al onze groentjes en fruit onder te dompelen in een antikakkerlakkenbad.

“Poes, het weer blijft voorlopig stabiel, het ziet er echt naar uit dat we na een kleine windstille periode volop richting de Azoren worden geblazen.” meldt Hugo me vol euforie. Ik ben iets sceptischer, na onze vorige oversteek weet ik dat ik dit onderdeel van de reis niet het tofste onderdeel vind, maar het moet gewoon gebeuren. Mentaal bereid ik me op de ergste situatie voor, en dan kan het alleen maar beter meevallen, niet?! Om de windstille momenten door te komen, hebben we nog 4 extra Jerrycans gekocht die we vullen met diesel. In totaal hebben we nu 300l diesel aan boord, plus nog eens 350liter water en hoja ook nog eens die 30l rum, allez… na het bezoek van de knalbond, pakt 20l. Jep de boot wordt er alleszins niet lichter op. “Hopelijk gaan we toch nog wat snelheid maken met zoveel gewicht” mopper ik naar Hugo toe, die me verzekert dat dit geen grote impact zal hebben op onze snelheid. Maar toch plonst hij snel het water in om onze romp volledig te vrijwaren van algen en ander klein gedierte zodat onze boot min of meer aerodynamisch genoeg is om door het water heen te glijden. 

Nu de grote klusjes afgevinkt zijn rest er ons enkel nog te koken voor de eerste dagen. Na de vorige oversteek hebben we ons een vacuümmachine aangeschaft zodat ik mij tijdens de eerste dagen van onze tocht niet tot een volwaardige keukenprinses moet transformeren. Nope, dit maal wordt er slechts een zak opengeknipt en klaar is kees!

Het is woensdag 25 mei, 10u. Beiden goed uitgerust, lekker ontbeten en springen nog een allerlaatste keer in het ongelooflijke heldere blauwe water. Ho wat ga ik dit zo hard missen, gewoon vanuit je bed rechtstreeks de zee inplonsen! We genieten duidelijk beiden van dit moment, maar helaas moeten we eruit om van start te gaan aan het, voor ons, moeilijkste deel van héél ons avontuur. We zijn er klaar voor spreek ik mezelf toe om me moed in te spreken, anders dan vorige keer geloof ik er dit maal wel volle 100% in. Het anker wordt uit de mooie witte zandbodem getrokken en de zeilen gaan open. Vaarwel Caraïben! 

Onze tocht is er eentje van 2200mijl. Ik deel hem op in twee delen, eerst gaan we naar het noorden tot ongeveer op  30° en nadien gaan we in een bocht richting het oosten. Hugo heeft samen met Ben (SY Detox) de kaarten bestudeerd en een route uitgestippeld. We zien dat we best niet hoger varen dan 34° zodat we niet in de winden van de overrollende depressies terecht komen. Hierin kan tot wel 40knopen wind zitten. Om het weer de komende weken in het oog te houden hebben we afgesproken dat Ben, Ernest & Mullie (SY Pantera) onze kapiteins aan de wal zullen zijn. Hugo stuurt hun dagelijks alle informatie via de satelliet door, gaande van coördinaat, koers, lokale weersomstandigheden, dieselvoorraad, en allerlei andere nuttige (vaar)informatie. En zei geven ons gedetailleerde weersinformatie en route advies door die wijzelf niet kunnen zien/downloaden. We kunnen over onze Iridium Go wel weerkaarten binnen halen maar slechts van beperkte grote. 

Met de Singalong playlist zien we Sint-Maarten achter ons steeds kleiner worden en gaan we de avond in. Ik kruip rond 21u men bed in. Voor deze oversteek hebben we ons slingerbed (bedje op de bank) ingewisseld voor een bed in de achterkajuit. We slapen nu tussen een sandwich van reserve zeilen en kussens. Top idee van mij, we hebben geen last meer van marifoonconversaties die blijkbaar steeds ’s nachts moeten gevoerd worden of ander loze alarmen die afgaan. Onze slaapkwaliteit gaat er aanzienlijk op vooruit. En ja, het moet gezegd worden, een uitgeslaapte versie van mezelf is véél toffer dan een vermoeid chagrijnige versie.

De eerste dagen van onze oversteek zijn geweldig, een echt droomscenario. Er staat wind, maar niet te veel en ze komt ook nog eens uit de juiste richting om de boot stabiel in evenwicht te houden. We varen een (niet al te scherpe) aandewindse koers in windkracht drie. Kortom ideaal om zonder al teveel ongemak te wennen aan ons leven op zee. Na een dag of drie zijn we reeds gewoon aan ons drie uur af, drie uur op ritme en vinden zo zelf wat tijd om wat te bij te lezen over onze bestemming aan de overkant.

De boot danst op een aangenaam tempo doorheen het water. “Chrirp, Chrip”, twee vogels cirkelen rondom onze boot. “Ho kijk schat, twee vogeltjes die ons volgen, hoe schattig!”De dagen erop wordt de groep vogels met de dag groter. Ze maken er een soort sport van om de boot  een eind verder te laten varen en hem dan snel even in te halen. “Hoelang zouden ze dit volhouden?” vraag ik Hugo. Maar aangezien Hugo een zéér beperkte kennis van zeevogels heeft, heeft ook hij er het raden naar. Ach ja, tof voor ons om te zien en zo krijgen we ook nog eens wat anders om ons heen dan water, water en nog eens water. Ondertussen zijn we in de voorspelde windstille zone beland. We rollen de zeilen in en starten de motor om toch snelheid te houden zodat we later nog steeds van de komende goede wind gebruik kunnen maken. “MV Glaslog Wellington for SY Älskling, calling on channel 16” horen we krakend via de marifoon. Het immense container schip vaart op twee mijl naast ons. Geen echt gevaarlijke situatie waarvoor er contact moet genomen worden. “Tiens, waarom roept die ons op?”vraag ik me af. “Yes, this is SY Älskling”. “Is everything ok on board, as you are not sailing but motoring and burning fuel days out on the ocean?” vraagt het grote schip . “Yes, we are oké, we are just motoring trough this doldrum to pick up westerly winds 100 miles north of us.”. “Alright, safe trip”. En het contact verbreekt. Toch fijn dat de grote schepen moeite doen om even te checken of alles wel nog oké is aan boord van ons klein zeilschip. 

Op de derde windstille dag gaat de motor even uit. Wat een orgasme voor de oren zeg! Alle rimpelingen in het water verdwijnen en het water vormt zich tot een gladde spiegel. Met 4000 meter water onder ons springt Hugo vol overgave het water in. “Heerlijk” roept hij en zwemt een toertje rondom de boot. Na flink wat aanmoediging spring ik vervolgens ook in dit grote zwembad. Voor mij geen toertje rondom de boot. Het idee dat er elk moment een walvis aan men teen kan knabbelen is voor mij reden genoeg om er snel weer uit te komen. Maar… ik kan toch tenminste zeggen dat ik in het midden van de oceaan heb gezwommen. 

Op dag 8 vinden we de voorspelde westenwind op 30° noord en buigen we af naar het oosten. We kunnen rechtstreeks op Horta sturen.  We zetten onze zeilen in vlinderstand (of Melkmeisje voor de Nederlanders…) en laten ons hobbelend en bobbelend door de wind voorwaarts duwen. De boot ligt nu niet meer op één oor, de wind neemt langzaam ook wat toe, daarbij ook de golven en we beginnen aardig te rollen. Het voelt aan dat we opnieuw moeten inslingeren. Na een vermoeide nacht passen we onze koers toch iets aan zodat we aangenamer over de golven heen surfen. Onze vers voorbereide maaltijden zijn stilletjes aan volledig verorberd. Damn… uit ervaring weet ik dat er nu geen culinaire hoogstandjes meer tevoorschijn komen. Crackers en afbakbrood zijn zowat onze hoofdingrediënten voor elke maaltijd.  

“We hebben een mailtje van Ben ontvangen, er ontwikkeld zich de komende week een flinke depressie over de Mexicaanse golf die dan onze richting zal uitkomen en we moeten niet verder noordelijk gaan.”leest Hugo me voor. Doordat we de boot doorheen de fijne strook van storm- en windstillezones moeten schipperen zie ik onze ETA (Estimated Time of Arrival) telkens verschuiven. Het aantal mijlen dat we nog moeten afleggen wordt er ook niet minder op, lichtjes demotiverend. Maar dan ineens passeren we een belangrijk waypoint “Jeeej”, halverwege! (of een schatting van halverwege). We openen een niet alcoholisch biertje een gaan uit de bol. Op zee hebben duidelijk niet veel nodig om ergens een klein gelukje in te vinden. 

We zijn nu elf dagen ver in onze trip. De boot begint vochtig aan te voelen en de koelkast begint aardig te stinken. Helaas moet ik het nog tien dagen zien vol te houden. De geur die men neusharen instant verlammen zorgt ervoor dat ik de frigo zo min mogelijk open. Met als gevolg dat ik minder water drink dan goed voor me is. Men darmen weigeren dienst te doen en het reeds ongemakkelijke zeegaande wc bezoek wordt nog ondraaglijker. Shit zeg, ik wil echt geen gigantische verstopping hebben int midden van de oceaan. Ik duw en trek en beval van een trotse keutel! Whoehoe, euforie alom.

18,19,22… 25! Ik zie de windmeter zelfs af en toe piekjes maken naar 28 knopen. Gedaan met de rust, we zetten nog een extra rif in het zeil en scheuren met de boot doorheen de opkomende golven, we halen snelheden van gemiddeld 6,75 knopen. De verwachte depressie zit ons op de hielen en is daarbij ook uitgegroeid tot ‘Alex’ de éérste ‘named tropical storm’ van orkaanseizoen, 2022. Volgens de weerkaarten zouden we op deze breedte op dit moment slechts 20 knopen wind mogen hebben, maar daar gaan ver overheen. Wanneer de regen er dan nog eens bijkomt valt er niet veel te doen aan boord. Gewoon schrap zetten en Netflixen. Overdag worden we meestal gespaard van te zware winden, zodra één van ons onder de wol kruipt en de zon al lang plaats gemaakt heeft voor de maan begint de wind wat wispelturiger te worden. De zeilstanden vragen véél meer aandacht van ons. Het wordt ons niet meer gegund om de volle drie uur in ons bed te liggen. De instructies die we elkaar geven lijken steeds meer op militaire commando’s. Gelukkig weten we beiden dat de vermoeidheid hier spreekt. 

De aanloop en doorgang van storm Alex boven ons hoofd houdt ons ongeveer vier dagen in de greep waarbij we gemiddeld in wind tussen 25 en 29 knopen varen met bijhorende zeegang. (Dat is windkracht 6 tot 7). Door onze kapiteins op de wal wisten we gelukkig ruim om tijd uit te wijken naar een veilige breedtegraad. We zeilen op 32°NB wanneer het oog van de storm 350 mijl noordelijk van ons langskomt maar er zit voor ons meer dan genoeg venijn in de staart. Flinke wind, flinke golven, bakken regen. En door de koers die we varen ook flink buiswater over dek en in de kuip. 

Alex heeft er een zooitje van gemaakt op de oceaan. Na de passage zijn alle hoge- en lagedrukgebieden door elkaar gegooid, er blijft weinig wind over en de wind die er waait komt van alle kanten. Opnieuw moeten we 2 dagen motoren door te weinig wind, dit keer staat er wel nog een flinke deining van de gepasseerde storm. Dat maakt dat we aardig hobbelen en klotsen. Voor de duizendste keer veranderd de wind van richting, ze trekt nu ook weer wat aan en wordt voor meerdere dagen stabiel. Helaas wel vanuit NO, precies waar onze bestemming ligt. Het lijkt erop dat we als kers op de taart nog even 400 mijl mogen opkruisen. Hugo heeft vandaag echt een baaldag! Zelf ben ik iets te moe om er mij even druk in te maken. Zoals eerder gezegd was ik er reeds mentaal op voorbereidt dat onze ETA enkele dagen zou opschuiven. Maar ja, het blijft wel nog steeds k*t. Na wat aanmoedigende mailtjes van onze kapiteins aan de wal draait Hugo zijn gemoed weer snel bij. De dagen op zee korten nu ook echt af en het einde is min of meer in zicht.

“Schat, tis weer aan u”, na mijn middernachtshift sta ik om stipt drie uur aan ons bed om Hugo te wekken. Ik trek nog snel even mijn trui en joggingroek uit en ben klaar om het heerlijke warme bed in te kruipen. Ik steek wat licht aan om men weg te vinden tussen de lakens, wanneer ik plots in men rechterooghoek iets zie bewegen. Haaaaa, ik schreeuw het uit! Ik heb echt een hugh ass mother f*cker van een kakkerlak langst de wand zien kruipen. Ieuwieuwieuw, mijn grootste nachtmerrie is uitgekomen! We hebben een kakkerlakkenfestijn aan boord. Bij deze gedachte voel ik de beestjes al over me heen kruipen en zich in men oren nestelen. “Ik slaap daar niet meer in” roep ik Hugo toe. Nog liever buiten in de onaangename, vochtige kuip dan hier bij al die beesten. Hugo vind het maar veel gedoe om niets. Maar plaatst onze reeds op voorhand gekochte kakkerlakkenvalletjes. “Zo, daar gaan we dan ook snel vanaf zijn.”stelt hij me gerust. Gelukkig komt de zon op en zie ik in de verte land in zicht. Nog slechts één nacht varen en ik kan de boot helemaal ontruimen en desinfecteren. 

Tot op vandaag, heb ik José de kakkerlak niet meer gezien. Hopelijk is ie ergens door uitdroging of een andere gruwelijke dood gestorven.

Na 21 dagen op zee varen we in de ochtendgloren tussen de eilanden van Faial en Pico door. De zon staat nog laag aan de horizon en geeft de groene weides  een betoverend mooie kleur. Echt prachtig om te zien. Het warme klimaat hebben we achter ons gelaten en daarmee ook de dorre droge natuur. Om 6u ’s ochtends gooien we ons anker uit in de baai van Horta. Hier hangt duidelijk een overwinningssfeer, bijna iedereen hier heeft diezelfde oceaan overgestoken. Echt top! Na het verplichte overwinningspintje zetten we na lange tijd weer voet aan land, klaar om ook dit stukje wereld te gaan ontdekken.

Ook dit maal was het een vermoeiende tocht waar er extra véél aandacht van de kapitein werd gevraagd. Het was zeiltechnisch een pittige tocht waarbij we al het mogelijke weer hebben gezien en alle mogelijk zeilstanden en koersen hebben gevaren. In een rechte lijn naar Horta was niet mogelijk en we hebben daarom ruim 2500 zeemijlen gevaren om onze bestemming te bereiken. We hebben deze tocht zonder kleerscheuren of grote schade aan de boot veilig kunnen ondernemen en willen onze kapiteins aan de wal, die zich tot volleerde weermannen hebben ontwikkeld, bedanken voor alle mailtjes met waardevolle informatie voor het navigeren en hun morele steun.